Stevige gratin van wintergroenten (aardpeer, aardappel, pompoen en pastinaak)

‘ Niemand wil ze’ , zei de gulle geefster van de grote zak aardperen. Tja, het gekke met aardperen is dat iedereen ze eigenlijk wel lekker vindt, maar ook teveel moeite om klaar te maken. Je moet die grillige knolletjes eerst op een winterdag uit de grond graven en dan nog eens schoon maken. -Er is een reden dat de aardpeer vergeten is-. Het grappige is wel dat deze ‘grilligheid’  zorgt voor creatieve en smakelijk toepassingen. Met schil en al eten, mits goed geboend, gaat prima. Als je de rauwe aardperen heel fijn raspt en mengt met een simpele dressing is er al gauw genoeg voor een salade en blijven de goede eigenschappen (en smaak) volop intact. Gebakken als chips is de aardpeer ook niet te versmaden en soep is altijd goed. In het laatste geval is schillen (aardpeer eerst koken en het velletje er dan aftrekken) wel aan te raden.

Al eerder maakte ik een gratin van aardpeer en aardappel. Deze keer voeg ik er nog andere wintergroenten aan toe als pompoen en pastinaak en leer ik een trucje om te voorkomen dat de gratin te nat is en/of uit elkaar valt:

Gratin van wintergroenten (aardpeer, aardappel, pompoen en pastinaak)
* andere combinaties van wintergroenten zijn uiteraard mogelijk. Denk aan zoete aardappel, rammenas, knolselderij en (groene of witte) kool

• Neem gelijke hoeveelheden van de wintergroenten, boen ze schoon en snij in flinterdunne plakken  (4 x 300 gram is genoeg voor een flinke ovenschaal). Ik gebruik hier rauwe groenten maar met gekookte (restjes) verkort je uiteraard flink de oventijd)
• Neem eenzelfde deel slagroom als de groenten, dus bv 300 ml. Zet dit op een laag vuur en laat dit trekken met flinke teen knoflook, laurierblaadjes, paar takjes rozemarijn/tijm en een klontje boter. Dit laatste helpt om de gratin steviger te maken. Verwijder de kruidentakjes.
• Maak de gratin door telkens een laag groenten te bedekken met een beetje geraspte kaas, peper/zout, fijngehakte salieblaadjes en het slagroommengsel. Eindig met een laag kaas. (voor een ovenschaal heb je in totaal ongeveer 200 gr kaas nodig)
• Verwarm de oven voor op 200ºC en bak de gratin de eerste 30 minuten afgedekt met bakpapier. Verwijder daarna het folie en bak nog 30 minuten tot de kaas licht gekleurd is en de groenten gaar.

Nu laat je de gratin eerst helemaal afkoelen: bedek weer met folie of bakpapier en leg er iets zwaars op, bv een paar pakken suiker. Hierna kun je de gratin makkelijk in stukken snijden en voor gebruik eventueel weer opwarmen in de oven. Koud eten als hapje kan ook!

Meer recepten met seizoensgroenten zijn te vinden op mijn website: Keetmee.nl